Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 34

Psalmen 34:5-16

Help us?
Click on verse(s) to share them!
5Ziet naar Hem op, dan straalt gij van vreugde, En uw gelaat zal niet blozen van schaamte.
6Hier is een rampzalige, die om hulp heeft geroepen: Jahweh heeft hem gehoord, en van al zijn ellende verlost.
7De engel van Jahweh slaat zijn legerplaats op Rond die Hem vrezen, om ze te redden!
8Smaakt en beseft dan de goedheid van Jahweh; Gelukkig de man, die zijn hoop op Hem stelt.
9Vreest Jahweh, zijn vromen, Want die Hem duchten, ontbreekt het aan niets;
10Rijken kunnen verarmen en hongeren, Die Jahweh zoekt, komt niets te kort.
11Komt nu, kinderen, en luistert naar mij! Ik leer u, hoe men Jahweh moet vrezen,
12En wie het is, die van het leven geniet, Lengte van dagen zich wenst, om het goede te zien:
13Bewaar uw tong voor het kwaad, En uw lippen voor leugen;
14Vlucht het kwaad, doe enkel wat goed is; Zoek de vrede, en jaag hem na!
15De ogen van Jahweh zijn op de vromen gericht, Zijn oren naar hun smeken gekeerd;
16Maar Jahweh’s aanschijn blikt grimmig tegen de bozen, Om hun gedachtenis van de aarde te delgen.

Read Psalmen 34Psalmen 34
Compare Psalmen 34:5-16Psalmen 34:5-16