Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 31

Psalmen 31:19-23

Help us?
Click on verse(s) to share them!
19Hoe groot is uw goedheid, o Jahweh, Die Gij hebt weggelegd voor hen, die U vrezen, Die Gij bewijst aan wie tot U vluchten, Voor het oog aller mensen.
20Gij beschermt ze in de schuts van uw aanschijn Voor het sarren der mensen; Gij stelt ze veilig in uw tent Voor het kijven der tongen.
21Gezegend zij Jahweh! Want Hij heeft wonderen verricht Van zijn goedheid voor mij Ten tijde van nood.
22Ik had in mijn angst al gezegd: “Ik ben uit uw ogen verstoten!” Maar Gij hebt mijn smeken verhoord, Toen ik om hulp tot U riep.
23Hebt Jahweh dus lief Gij allen, zijn vromen; Want Jahweh behoedt de getrouwen, Maar met woeker vergeldt Hij de trotsen.

Read Psalmen 31Psalmen 31
Compare Psalmen 31:19-23Psalmen 31:19-23