Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 31

Psalmen 31:17-22

Help us?
Click on verse(s) to share them!
17Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen;
18Laat de leugenlippen verstommen, Die den gerechte durven tergen Met trots en verachting.
19Hoe groot is uw goedheid, o Jahweh, Die Gij hebt weggelegd voor hen, die U vrezen, Die Gij bewijst aan wie tot U vluchten, Voor het oog aller mensen.
20Gij beschermt ze in de schuts van uw aanschijn Voor het sarren der mensen; Gij stelt ze veilig in uw tent Voor het kijven der tongen.
21Gezegend zij Jahweh! Want Hij heeft wonderen verricht Van zijn goedheid voor mij Ten tijde van nood.
22Ik had in mijn angst al gezegd: “Ik ben uit uw ogen verstoten!” Maar Gij hebt mijn smeken verhoord, Toen ik om hulp tot U riep.

Read Psalmen 31Psalmen 31
Compare Psalmen 31:17-22Psalmen 31:17-22