Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 31

Psalmen 31:10-21

Help us?
Click on verse(s) to share them!
10Mijn leven vliedt in jammer heen, In kermen mijn jaren; Mijn kracht is gebroken door mijn ellende, Mijn gebeente verdord.
11Voor al mijn vijanden Ben ik een spot; Voor mijn buren een afschuw, Voor bekenden een schrik. Die mij op straat ziet, Vlucht voor mij weg;
12Als een dode ben ik uit de harten verbannen, Weggegooid als een pot.
13Ik hoor ze met elkander al fluisteren; Overal schrik om mij heen! Ze steken de hoofden bijeen, En smeden plannen, om mij te doden.
14Maar ik blijf op U hopen, o Jahweh, En zeggen: Gij zijt mijn God!
15Mijn lot blijft in uw handen liggen; Verlos mij van mijn vijand en vervolgers.
16Laat uw aanschijn lichten over uw dienaar; Red mij door uw genade.
17Jahweh, laat mij toch niet beschaamd komen staan: Want U roep ik aan. Neen, laat de bozen worden beschaamd en in het dodenrijk varen;
18Laat de leugenlippen verstommen, Die den gerechte durven tergen Met trots en verachting.
19Hoe groot is uw goedheid, o Jahweh, Die Gij hebt weggelegd voor hen, die U vrezen, Die Gij bewijst aan wie tot U vluchten, Voor het oog aller mensen.
20Gij beschermt ze in de schuts van uw aanschijn Voor het sarren der mensen; Gij stelt ze veilig in uw tent Voor het kijven der tongen.
21Gezegend zij Jahweh! Want Hij heeft wonderen verricht Van zijn goedheid voor mij Ten tijde van nood.

Read Psalmen 31Psalmen 31
Compare Psalmen 31:10-21Psalmen 31:10-21