3Zijn Naam met reidansen vieren, Hem verheerlijken met pauken en citer!
4Want Jahweh heeft zijn volk begenadigd, De verdrukten met zege gekroond;
5Laat de vromen nu hun krijgsroem bezingen, En jubelen over hun wapens:
6Met Gods lof in hun keel, En een tweesnijdend zwaard in hun hand!