9Maan en sterren, om te heersen over de nacht: Zijn genade duurt eeuwig!
10Die Egypte in zijn eerstgeborenen sloeg: Zijn genade duurt eeuwig!
11En Israël uit zijn midden voerde: Zijn genade duurt eeuwig!
12Met sterke hand, en vaste arm: Zijn genade duurt eeuwig!
13Die de Rode Zee in tweeën kliefde: Zijn genade duurt eeuwig!