3Looft den Heer der heren: Zijn genade duurt eeuwig!
4Die grote wonderen doet, Hij alleen: Zijn genade duurt eeuwig!
5Die met wijsheid de hemelen schiep: Zijn genade duurt eeuwig!
6De aarde op de wateren legde: Zijn genade duurt eeuwig!
7De grote lichten heeft gemaakt: Zijn genade duurt eeuwig!
8De zon, om over de dag te heersen: Zijn genade duurt eeuwig!
9Maan en sterren, om te heersen over de nacht: Zijn genade duurt eeuwig!