6Jahweh doet wat Hij wil In hemel en aarde, in zeeën en diepten.
7Hij laat de wolken verrijzen Aan de kimmen der aarde; Smeedt de bliksem tot regen, Haalt de wind uit zijn schuren.
8Hij was het, die Egypte’s eerstgeborenen sloeg, Van mensen en vee;
9Die tekenen en wonderen deed in uw midden, Egypte, Tegen Farao en al die hem dienden;