Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Psalmen - Psalmen 119

Psalmen 119:110-125

Help us?
Click on verse(s) to share them!
110En al leggen de bozen mij strikken, Van al uw bevelen wijk ik niet af.
111Uw vermaningen blijven mijn erfdeel voor eeuwig, Want ze zijn de vreugd van mijn hart;
112En ik heb er mijn hart op gezet, Naar uw inzettingen te leven voor eeuwig en immer!
113Ik haat halfslachtige wezens, Maar uw wet heb ik lief;
114Gij zijt mijn schuts en mijn schild, Ik vertrouw op uw woord;
115Weg van mij, zondaars, Laat mij de geboden van mijn God onderhouden!
116Sterk mij naar uw bestel, opdat ik blijf leven, En laat mijn hoop niet worden beschaamd;
117Stut mij, opdat ik worde gered, En mij altijd aan uw bevelen verkwikke.
118Wie uw inzettingen verlaten, zijn U een gruwel, Want ze bedenken enkel leugens;
119En als afval veracht Gij alle bozen op aarde, Daarom heb ik uw vermaningen lief.
120Mijn lichaam beeft voor U van schrik, En ik ben bevreesd voor uw oordeel!
121Een rechtvaardig oordeel hebt Gij geveld, Lever mij niet over aan mijn verdrukkers;
122Uw woord blijve borg voor uw dienaar, Laat geen onbeschaamde mij kwellen.
123Mijn ogen smachten naar uw heil, En naar uw rechtvaardig bestel;
124Handel met uw dienstknecht naar uw genade, En leer mij uw inzettingen kennen;
125Ik ben uw dienstknecht: ach, geef mij verstand, Opdat ik uw vermaningen moge begrijpen.

Read Psalmen 119Psalmen 119
Compare Psalmen 119:110-125Psalmen 119:110-125