Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Johannes - Johannes 11

Johannes 11:12-31

Help us?
Click on verse(s) to share them!
12Zijn leerlingen zeiden Hem: Heer, als hij slaapt, zal hij genezen.
13Maar Jesus had van zijn dood gesproken, terwijl zij meenden, dat Hij van gewoon inslapen sprak.
14Daarom zei Jesus hun toen ronduit: Lázarus is gestorven.
15En om u verheug Ik mij, dat Ik er niet aanwezig was, opdat gij geloven moogt. Maar laten we nu naar hem toegaan.
16Toen zei Tomas, ook Didumus geheten, tot zijn medeleerlingen: Laten ook wij gaan, om met Hem te sterven.
17Maar bij zijn aankomst vond Jesus hem reeds vier dagen in het graf.
18Daar Betánië dicht bij Jerusalem lag, op ongeveer vijftien stadiën afstand,
19waren er veel Joden naar Marta en Maria gekomen, om haar hun rouwbeklag te doen over haar broer.
20Zodra Marta Jesus’ aankomst vernam, ging ze Hem tegemoet; Maria bleef thuis.
21En Marta zei tot Jesus: Heer, zo Gij hier waart geweest, was mijn broer niet gestorven.
22Maar zelfs nu weet ik nog, dat God U zal geven, wat Gij Hem vraagt.
23Jesus sprak tot haar: Uw broer zal verrijzen.
24Marta zeide Hem: Ik weet, dat hij verrijzen zal bij de opstanding op de jongste dag.
25Jesus sprak tot haar: Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven;
26en wie leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven voor eeuwig. Gelooft ge dit?
27Ze zeide Hem: Ja, Heer; ik geloof, dat Gij de Christus zijt, Gods Zoon, die in de wereld komt.
28Na deze woorden ging ze heen, om Maria, haar zuster, te roepen; heel in stilte zeide ze haar: De Meester is daar, en roept u.
29Zodra deze het hoorde, stond ze haastig op, en ging naar Hem toe.
30Jesus was nog niet in het dorp gekomen, maar bevond Zich nog op de plaats. waar Marta Hem had ontmoet.
31De Joden, die bij Maria in huis waren, om hun rouwbeklag te doen, zagen haar ijlings opstaan en heengaan; zij volgden haar, in de mening, dat ze naar het graf ging, om er te wenen.

Read Johannes 11Johannes 11
Compare Johannes 11:12-31Johannes 11:12-31