Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Romeinen - Romeinen 4

Romeinen 4:8-14

Help us?
Click on verse(s) to share them!
8Gelukkig de mens, wien de Heer de zonde niet toerekent.”
9Geldt nu deze zaligspreking de besnedenen of ook de onbesnedenen? We houden immers vol: “Aan Abraham werd het geloof als gerechtigheid toegerekend”.
10In welke staat dan is het hem toegerekend; besneden of onbesneden? Niet toen hij besneden, maar toen hij onbesneden was;
11het teken der besnijdenis ontving hij slechts als bezegeling van de gerechtigheid door het geloof, die hij vóór de besnijdenis had ontvangen. Zó is hij de Vader geworden van allen, die geloven zonder besneden te zijn, opdat ook hùn de gerechtigheid zou worden toegerekend;
12maar ook de Vader van de besnedenen, die niet enkel besneden zijn, doch ook het geloof navolgen, dat onze vader Abraham vóór zijn besnijdenis bezat.
13Neen, niet ter wille van de Wet, maar terwille. van de gerechtigheid des geloofs is aan Abraham en zijn kroost de Belofte gedaan, dat hij de wereld zou erven.
14Want wanneer zij erfgenamen waren geweest uit kracht van de Wet, dan was het geloof waardeloos en de Belofte zonder gevolg;

Read Romeinen 4Romeinen 4
Compare Romeinen 4:8-14Romeinen 4:8-14