15En hoe zal men preken, als men niet gezonden is? Zoals er geschreven staat: “Hoe lieflijk zijn de voeten van hen, die de blijde boodschap brengen!”
16Maar niet allen hebben gehoor gegeven aan de Blijde Boodschap. Want Isaias zegt: “Heer, wie heeft onze prediking geloofd?”
17Het geloof ontstaat dus door de prediking; de prediking geschiedt krachtens opdracht van Christus.