10Want er staat geschreven: Zijn engelen zal Hij over U bevelen, om U te behoeden;
11en ze zullen U op de handen dragen, opdat Gij aan geen steen uw voet zoudt stoten.
12Jesus antwoordde hem: Er is gezegd: “Ge zult den Heer uw God niet beproeven”.
13Nadat de duivel al zijn bekoringen had uitgeput, verliet hij Hem voor een tijd.