Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Johannes - Johannes 6

Johannes 6:24-34

Help us?
Click on verse(s) to share them!
24Toen dus de menigte zag, dat Jesus daar niet meer was en zijn leerlingen evenmin, gingen ze scheep, en voeren naar Kafárnaum, om Jesus te zoeken.
25En toen ze Hem aan de andere kant van het meer hadden gevonden, spraken ze tot Hem: Rabbi, wanneer zijt Gij hier gekomen?
26Jesus antwoordde hun en sprak: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Gij zoekt Mij, niet omdat gij tekenen hebt gezien, maar omdat gij van de broden gegeten en u verzadigd hebt.
27Arbeidt niet voor de spijs die vergaat, maar voor de spijs die blijft tot in het eeuwige leven, en die de Mensenzoon u zal geven. Want op Hem heeft God, heeft de Vader zijn zegel gedrukt.
28Ze zeiden Hem dan: Wat moeten we doen, om de werken Gods te verrichten?
29Jesus antwoordde hun: Dit is het werk van God: dat gij gelooft in Hem, dien Hij gezonden heeft.
30Ze zeiden Hem: Wat voor teken verricht Gij dan wel, dat ons overtuigt, zodat we in U geloven? Wat doet Gij eigenlijk?
31Onze vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten, zoals er geschreven staat: “Brood uit de hemel heeft Hij hun te eten gegeven”.
32Nu sprak Jesus tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Moses heeft u geen brood gegeven, dat uit de hemel kwam, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel;
33want het brood, dat uit de hemel neerdaalt, is het brood van God, dat leven aan de wereld schenkt.
34Ze zeiden Hem dan: Heer, geef ons dit brood voor immer.

Read Johannes 6Johannes 6
Compare Johannes 6:24-34Johannes 6:24-34