6Wat uit het vlees is geboren, is vlees; en wat uit den Geest is geboren, is geest. —
7Verwonder u niet, omdat Ik u zeide: Gij moet opnieuw worden geboren.
8De wind waait, waar hij wil, en ge hoort zijn gesuis; maar ge weet niet, vanwaar hij komt en waarheen hij gaat; zó gaat het iedereen, die uit den Geest is geboren.
9Nikodemus antwoordde Hem: Hoe kan dit geschieden?
10Jesus gaf hem ten antwoord: Zijt gij de leraar van Israël, en begrijpt ge dit niet?