Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Jesaja - Jesaja 1

Jesaja 1:9-18

Help us?
Click on verse(s) to share them!
9Ach, zo Jahweh der heirscharen ons geen rest had gelaten, Wij waren als Sodoma, en aan Gomorra gelijk!
10Hoort dan het woord van Jahweh, vorsten van Sodoma, Volk van Gomorra, luister naar de les van onzen God:
11Wat geef Ik om uw talloze offers, Spreekt Jahweh! Ik ben zat van de offers van rammen, En van het vet van kalveren; Het bloed van stieren, van lammeren en bokken, Ik lust het niet meer.
12Opgaan, om mijn aanschijn te zien, Mijn voorhof betreden: wie eist het van u?
13Neen, brengt geen nutteloze spijsoffers meer; De wierook walgt Mij. Nieuwe maan, sabbat of hoogtij: Ik duld geen feesten tezamen met misdaad;
14Ik haat uw stonden en tijden, Ze zijn Mij een last; Ik ben moe ze te dragen.
15Heft gij uw handen omhoog, Ik sluit mijn ogen voor u, Ik luister niet eens, hoeveel gij ook bidt: Uw handen druipen van bloed;
16Wast u eerst, en wordt rein! Weg uw boosheid uit mijn ogen,
17Houdt op met kwaad, leert het goede doen; Behartigt het recht, en helpt den verdrukte, Geef den wees wat hem toekomt, neemt het voor de weduwe op!
18Komt, dan maken wij er met elkander een eind aan, Spreekt Jahweh! Al zijn uw zonden als scharlaken, ze zullen wit zijn als sneeuw, Of rood als purper, ze zullen blank zijn als wol.

Read Jesaja 1Jesaja 1
Compare Jesaja 1:9-18Jesaja 1:9-18