Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Jesaja - Jesaja 1

Jesaja 1:18-30

Help us?
Click on verse(s) to share them!
18Komt, dan maken wij er met elkander een eind aan, Spreekt Jahweh! Al zijn uw zonden als scharlaken, ze zullen wit zijn als sneeuw, Of rood als purper, ze zullen blank zijn als wol.
19Zo ge gewillig zijt en gehoorzaam, Zult ge het vette der aarde genieten;
20Maar zo ge blijft weigeren, en u verzetten, Zal het zwaard u verslinden, zegt Jahweh’s mond.
21Ach, hoe is de trouwe, rechtschapen Stad ontuchtig geworden, Waar eens rechtvaardigen, nu moordenaars wonen.
22Uw zilver is in afval veranderd, Uw wijn met water vervalst.
23Uw vorsten rebellen, en heulend met dieven, Allen tuk op geschenken, en loerend op fooi; Den wees geven ze niet wat hem toekomt, Voor de weduwe neemt niemand het op.
24Daarom luidt de godsspraak des Heren, Van Jahweh der heirscharen, Israëls Sterke: Ha, Ik zal mijn woede koelen aan die Mij weerstreven, Mij op mijn vijanden wreken;
25En op u zal Ik zwaar mijn hand laten drukken, U in de vuuroven louteren: De afval zuiveren Van al uw lood.
26Dan zal Ik uw rechters weer maken als vroeger, Uw raadsheren weer als voorheen; Dan zult gij weer Stad der Gerechtigheid heten, Een veste van trouw!
27Dan zal Sion door gerechtigheid worden verzoend, Door rechtschapenheid zijn bewoners;
28Maar de afvalligen en zondaars worden allen verpletterd, Die Jahweh verzaken, vernield.
29Dan zult ge u over de eiken schamen, waar ge zo naar verlangt, En over uw lusthoven blozen,
30Wanneer ge zult zijn als een eik zonder blaren, Als een hof, die geen water meer heeft.

Read Jesaja 1Jesaja 1
Compare Jesaja 1:18-30Jesaja 1:18-30