Text copied!
Bibles in Dutch

Spreuken 1:4-22 in Dutch

Help us?

Spreuken 1:4-22 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

4 Aan de onnozelen schenken ze ervaring, Aan jonge mensen doordachte kennis.
5 Als een wijze ze hoort, zal hij zijn inzicht verdiepen, Een verstandig mens zal er ideeën door krijgen;
6 Spreuk en strikvraag zal hij doorzien, De woorden der wijzen en hun problemen.
7 Het ontzag voor Jahweh is de grondslag der wijsheid; Maar ongelovigen lachen om wijsheid en tucht.
8 Mijn zoon, luister dus naar de wenken van uw vader, Sla niet in de wind, wat uw moeder u leerde;
9 Want het siert uw hoofd als een krans, Uw hals als een snoer.
10 Mijn zoon, als zondaars u willen verleiden, stem niet toe,
11 Als ze u zeggen: Ga met ons mee, Laat ons loeren op bloed, Laat ons zo maar onschuldigen belagen,
12 Gelijk de onderwereld hen levend verslinden, Als zij, die ten grave dalen, geheel en al;
13 Allerlei kostbare schatten zullen we vinden, Onze huizen vullen met buit;
14 Ge moogt meeloten in onze kring, Eén buidel zullen we samen delen!
15 Mijn zoon, ga dan niet met hen mee, En houd uw voet af van hun pad;
16 Want hun voeten ijlen naar het kwade, En haasten zich, om bloed te vergieten.
17 Maar zoals het niet geeft, of het net wordt gespannen, Terwijl alle vogels het zien:
18 Zo loeren ze slechts op hun eigen bloed, En belagen ze hun eigen leven!
19 Zo gaat het allen, die uit zijn op oneerlijke winst: Deze beneemt zijn bezitters het leven.
20 De wijsheid roept luid in de straten, Op de pleinen verheft ze haar stem;
21 Ze roept op de tinne der muren, En spreekt aan de ingang der poorten:
22 Hoe lang nog, dommen, blijft gij liever onnozel, Blijven de eigenwijzen verwaand, Willen de dwazen van geen wijsheid horen?
Spreuken 1 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939