Text copied!
Bibles in Dutch

Spreuken 1:17-31 in Dutch

Help us?

Spreuken 1:17-31 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

17 Maar zoals het niet geeft, of het net wordt gespannen, Terwijl alle vogels het zien:
18 Zo loeren ze slechts op hun eigen bloed, En belagen ze hun eigen leven!
19 Zo gaat het allen, die uit zijn op oneerlijke winst: Deze beneemt zijn bezitters het leven.
20 De wijsheid roept luid in de straten, Op de pleinen verheft ze haar stem;
21 Ze roept op de tinne der muren, En spreekt aan de ingang der poorten:
22 Hoe lang nog, dommen, blijft gij liever onnozel, Blijven de eigenwijzen verwaand, Willen de dwazen van geen wijsheid horen?
23 Keert u tot mijn vermaning; Dan stort ik mijn geest over u uit, En maak u mijn woorden bekend.
24 Maar zo ge weigert, als ik roep, En niemand er op let, als ik mijn hand verhef;
25 Zo ge mijn raad geheel en al in de wind slaat, En van mijn vermaning niet wilt weten:
26 Zal ik lachen, wanneer het u slecht gaat, Zal ik spotten, wanneer uw verschrikking komt als een onweer;
27 Wanneer uw ongeluk nadert als een orkaan, Wanneer benauwdheid en angst u overvallen!
28 Dan zal men mij roepen, maar zal ik niet antwoorden, Zal men mij zoeken, maar mij niet vinden!
29 Omdat ze van wijsheid niets wilden weten, En het ontzag voor Jahweh niet hebben verkozen,
30 Van mijn raad niets moesten hebben, En al mijn vermaan in de wind hebben geslagen:
31 Zullen ze eten de vrucht van hun wandel, Verzadigd worden met wat ze beraamden.
Spreuken 1 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939