Text copied!
CopyCompare
De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939 - Rechters - Rechters 4

Rechters 4:1-6

Help us?
Click on verse(s) to share them!
1Toen Ehoed gestorven was, deden de Israëlieten opnieuw kwaad in de ogen van Jahweh.
2Daarom gaf Jahweh ze prijs aan den kanaänietischen koning Jabin, die te Chasor regeerde. Sisera was zijn legeroverste, en woonde in Charósjet-Haggojim.
3Eindelijk riepen de Israëlieten tot Jahweh; want daar hij negenhonderd ijzeren strijdwagens bezat, had hij hen twintig jaar lang zwaar verdrukt.
4In die tijd sprak Debora, een profetes, en vrouw van Lappidot, recht over Israël.
5Ze hield zitting onder de Deborapalm tussen Rama en Betel in het bergland van Efraïm, en de Israëlieten gingen naar haar, als ze een rechtszaak hadden.
6Deze nu liet Barak, den zoon van Abinóam, uit Kédesj in Neftali ontbieden, en sprak tot hem: Jahweh, de God van Israël, beveelt: Ruk met tien duizend man van de Neftalieten en Zabulonieten naar de berg Tabor op.

Read Rechters 4Rechters 4
Compare Rechters 4:1-6Rechters 4:1-6