Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 22:6-19 in Dutch

Help us?

Psalmen 22:6-19 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

6 Doch ik ben maar een worm en geen mens, Door de wereld bespot, veracht door het volk;
7 Al die mij zien, lachen mij uit, Grijnzen, en schudden meewarig het hoofd:
8 “Hij heeft op Jahweh vertrouwd. Laat Die hem nu helpen, En hem verlossen, wanneer Hij hem liefheeft!”
9 Ja, Gij zijt het, die mij uit de schoot hebt genomen, Die mij veilig deedt rusten aan de borst mijner moeder;
10 Bij mijn geboorte werd ik op uw knieën gelegd, Gij zijt mijn God van de moederschoot af.
11 Blijf dus niet verre van mij, Want de nood is nabij, en er is niemand die helpt!
12 Bonkige stieren staan om mij heen, Buffels van Basjan omsingelen mij;
13 Ze sperren hun muil naar mij open Als verscheurende, brullende leeuwen.
14 Als water ben ik uitgegoten, Al mijn beenderen zijn ontwricht; Mijn hart is als was, Smelt weg in mijn borst.
15 Mijn keel is droog als een scherf, Mijn tong kleeft aan mijn gehemelte vast; En in het stof van de dood Strekt Gij mij neer.
16 Dan komen honden om mij heen, Een bende boosdoeners houdt mij omlegerd; Ze doorboren mijn handen en voeten,
17 Al mijn beenderen kan ik tellen. Ze werpen begerige blikken, En gluren mij aan;
18 Verdelen mijn kleren onder elkander, En loten om mijn gewaad.
19 O Jahweh, blijf toch niet in de verte; Mijn Sterkte, snel mij te hulp!
Psalmen 22 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939