35De slaaf nu blijft niet altijd in huis; de zoon blijft er voor altijd.
36Zo dus de Zoon u vrijmaakt, zult gij werkelijk vrij zijn.
37Ik weet, dat gij kroost van Abraham zijt; maar gij zoekt Mij te doden, omdat mijn woord geen ingang bij u vindt.
38Ik spreek, wat Ik bij mijn Vader gezien heb; ook gij doet, wat gij van uw vader gehoord hebt.