Text copied!
Bibles in Dutch

Spreuken 7:8-22 in Dutch

Help us?

Spreuken 7:8-22 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

8 Hij ging langs de straat, dicht bij haar hoek, En sloeg de richting in naar haar huis,
9 In de schemering, toen de avond viel En het nachtelijk duister.
10 Daar komt de vrouw op hem af, Opzichtig gekleed met duidelijke bedoelingen.
11 Wat ziet ze er losbandig en lichtzinnig uit, In huis kunnen haar voeten het niet houden;
12 Ze loopt de straat, de pleinen op, En bij elke hoek staat ze op wacht!
13 Ze grijpt hem vast, geeft hem een kus, En zegt tot hem met een onbeschaamd gezicht:
14 Dankoffers had ik te brengen, Vandaag heb ik mijn geloften betaald;
15 Daarom ging ik naar buiten, u tegemoet, Om u te zoeken, en ik hèb u gevonden.
16 Dekens heb ik op bed gelegd, Bonte dekens van egyptisch lijnwaad;
17 Ik heb mijn bed met myrrhe besprenkeld, Met aloë en kaneel.
18 Kom, laat ons dronken worden van minne, En tot de morgen zwelgen in liefde.
19 Mijn man is niet thuis, Hij is op een verre reis;
20 Een buidel geld heeft hij bij zich gestoken, Dus komt hij met volle maan pas terug.
21 Door haar radde taal verleidde ze hem, Met haar gladde tong troonde ze hem mee.
22 Daar loopt de sukkel met haar mee, Als een stier, die naar de slachtbank gaat; Als een hert, dat huppelt naar het net,
Spreuken 7 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939