Text copied!
Bibles in Dutch

Spreuken 6:6-28 in Dutch

Help us?

Spreuken 6:6-28 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

6 Luiaard, ga kijken naar de mier; Zie, hoe ze zwoegt, en word wijs!
7 Al heeft ze geen leider, Geen opzichter, geen heerser,
8 Toch zorgt ze in de zomer voor haar spijs, Zoekt ze in de oogsttijd haar voedsel bijeen.
9 Luiaard, hoe lang blijft ge liggen, Wanneer zult ge ontwaken uit uw slaap?
10 Nog even slapen, nog even soezen, Nog even in bed de handen over elkaar:
11 En de armoe overvalt u als een zwerver, Het gebrek als een rover!
12 Een nietsnut is het, een booswicht, Die omgaat met bedrieglijke taal;
13 Die met de ogen knipt, met de voeten wenkt, En tekens geeft met de vingers;
14 Die boze plannen smeedt in zijn hart, Steeds kwaad beraamt en ruzie zoekt!
15 Daarom zal hem de tegenspoed plotseling treffen, Zal hij met één slag bezwijken, zonder kans op herstel.
16 Zes dingen zijn er die Jahweh haat, Van zeven heeft hij een afschuw:
17 Van brutale ogen; van een valse tong; Van handen, die onschuldig bloed vergieten;
18 Van een hart, dat boze plannen beraamt; Van voeten, die ten kwade spoeden;
19 Van een valsen getuige, die leugens verspreidt; Van iemand, die broedertwist stookt.
20 Mijn zoon, onderhoud het gebod van uw vader, Sla niet in de wind wat uw moeder u leerde;
21 Prent het voor altijd in uw hart, Wind het als een snoer om uw hals.
22 Als ge wandelt, moge het u geleiden, Over u waken, als ge slaapt, Tot u spreken, wanneer ge ontwaakt.
23 Want het gebod is een lamp, Het onderricht een licht, De straffe tucht een weg ten leven.
24 Het zal u behoeden voor de vrouw van een ander, Voor de gladde tong van een vreemde.
25 Zet uw hart niet op haar schoonheid, Laat ze u niet met haar wimpers verleiden;
26 Want de prijs van een deerne is een stuk brood, Maar de getrouwde vrouw maakt jacht op een kostelijk leven
27 Kan iemand soms vuur in zijn voorschoot nemen, Zonder dat hij zijn kleren schroeit;
28 Of kan hij op gloeiende kolen lopen, Zonder dat hij zijn voeten brandt?
Spreuken 6 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939