Text copied!
Bibles in Dutch

Spreuken 5:3-15 in Dutch

Help us?

Spreuken 5:3-15 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

3 Want al druipen de lippen der vreemde van honing, En is haar gehemelte gladder dan olie,
4 Ten slotte is zij bitter als alsem, En scherp als een tweesnijdend zwaard.
5 Haar voeten dalen af naar de dood, Tot de onderwereld leiden haar schreden;
6 Ze bakent de weg des levens niet af, Maar haar paden kronkelen ongemerkt!
7 Welnu dan kinderen, luistert naar mij, Keert u niet af van mijn woorden.
8 Houd uw weg verre van haar, Nader niet tot de deur van haar huis:
9 Anders moet ge aan anderen uw frisheid afstaan, Uw jaren offeren aan een ongenadig mens
10 Verrijken zich vreemden met uw vermogen, En komt uw zuurverdiend loon in het huis van een ander.
11 Dan slaat ge ten slotte aan ‘t jammeren, En moet ge, als heel uw lichaam op is, bekennen:
12 Hoe heb ik toch de tucht kunnen haten, En de vermaning in de wind kunnen slaan?
13 Waarom heb ik niet geluisterd naar hen, die mij onderwezen, Geen aandacht geschonken aan hen, die mij leerden?
14 Nu hebben mij haast alle rampen getroffen Midden in de kring van mijn volk!
15 Drink water uit uw eigen bron, Een koele dronk uit uw eigen put
Spreuken 5 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939