Text copied!
Bibles in Dutch

Spreuken 24:9-30 in Dutch

Help us?

Spreuken 24:9-30 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

9 De gedachten van een dwaas zijn zondig, Een spotter is voor de mensen een gruwel.
10 Gedraagt ge u slap, als het u goed gaat, Dan schieten in moeilijke tijden uw krachten te kort.
11 Red hen, die ter dood worden gebracht; Bevrijd hen, die naar de plaats van terechtstelling wankelen.
12 Al zegt ge: “Och, we wisten het niet,” Zou Hij, die de harten peilt, het niet merken, Hij, die uw leven beschermt, het niet weten, En den mens niet naar zijn werken vergelden?
13 Mijn zoon, eet honing, want die smaakt goed; Honingzeem is zoet voor het gehemelte:
14 Zo is ook de kennis goed voor uw hart, En de wijsheid voor uw ziel. Vindt ge haar, dan is er toekomst, En wordt uw verwachting niet beschaamd.
15 Booswicht, loer niet op de woning van den rechtvaardige, Beproef niet, zijn verblijf te vernielen;
16 Want al valt de rechtvaardige zevenmaal, hij staat weer op, Maar de bozen blijven liggen in het kwaad.
17 Als uw vijand valt, moet ge u niet verheugen, Als hij struikelt, u niet verblijden;
18 Want als Jahweh het ziet, mishaagt het Hem, En wendt Hij zijn gramschap van hem op u af.
19 Erger u niet over hen, die kwaad doen, Wees niet jaloers op booswichten;
20 Want voor den booswicht is er geen toekomst, De lamp der bozen gaat uit.
21 Mijn zoon, vrees Jahweh en den koning, Houd u niet met nieuwlichters op;
22 Want plotseling daagt hun ongeluk, Wie weet, wat hun einde zal zijn?
23 Ook de volgende spreuken zijn van wijzen. Partijdigheid in een rechtszaak is nooit goed
24 Wie tot een schuldige zegt: ge hebt gelijk, De volkeren zullen hem verwensen, De naties hem vloeken.
25 Maar die hem bestraffen, gaat het goed, Op hen rust zegen en voorspoed;
26 Een kus op de lippen krijgt hij, Die een rechtvaardige uitspraak doet.
27 Stel orde op uw werk buitenshuis, Maak, dat het klaar is op uw akker; Neem dan eerst een vrouw En bouw u een huis.
28 Leg geen valse getuigenis af tegen uw naaste, Waarom zouden uw lippen bedriegen?
29 Zeg niet: “Zoals hij mij heeft gedaan, zal ik hem doen; Ik zet den man zijn daden betaald.”
30 Ik kwam eens langs de akker van een luiaard, Langs de wijngaard van een dwaas;
Spreuken 24 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939