1 Beter een arme, die onberispelijk wandelt, Dan een rijke, die verkeerde wegen gaat.
2 Zonder verstand deugt zelfs de ijver niet; Wie te haastig loopt, doet een misstap.
3 Door zijn dwaasheid komt de mens op het verkeerde pad, Maar hij zelf wijt het aan Jahweh!
4 Rijkdom maakt vele vrienden, Een arme raakt zijn vrienden kwijt.
5 Een onbetrouwbaar getuige blijft niet ongestraft; Wie leugens verspreidt, zal niet ontkomen.