6 Ik dacht: Had ik maar vleugels als een duif, Dan vloog ik heen, om een wijkplaats te vinden;
7 Ver, ver weg zou ik vluchten, En een rustoord zoeken in de woestijn.
8 Ik zou mij haastig in veiligheid stellen Voor de razende storm,
9 Voor de wervelstorm, Heer, En voor de stortvloed van hun tongen. Want ik zie geweld ontketend, En de strijd tegen de stad;