12 Verkoopt uw volk voor een spotprijs, En geeft het bijna voor niet!
13 Gij maakt ons tot smaad onzer buren, Tot spot en hoon voor die ons omringen;
14 Gij laat de heidenen over ons schimpen, De volkeren meewarig het hoofd over ons schudden.
15 Mijn schande staat mij altijd voor ogen, En de schaamte bedekt mijn gelaat,
16 Om de praatjes van schimper en spotter, Om de blik van vijand en hater.
17 En dit alles trof ons, ofschoon wij U niet hebben vergeten, En uw Verbond niet hebben verbroken.