Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 37:26-40 in Dutch

Help us?

Psalmen 37:26-40 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

26 Steeds kan hij nog mild zijn en aan anderen lenen, Zijn nageslacht tot zegen zijn.
27 Houd u ver van het kwaad, en doe enkel wat goed is, Dan woont gij veilig voor eeuwig;
28 Want Jahweh heeft de gerechtigheid lief, En nimmer verlaat Hij zijn vromen. De bozen worden voor eeuwig vernietigd, En het geslacht van de zondaars vergaat;
29 Maar de rechtvaardigen bezitten het Land, En blijven er altijd in wonen.
30 De mond van den rechtvaardige verkondigt de wijsheid, En zijn tong spreekt wat recht is.
31 Hij draagt de Wet van zijn God in zijn hart; Nooit wankelen zijn schreden.
32 De boze loert op den vrome, En zoekt hem te doden;
33 Maar Jahweh laat hem niet in zijn macht, En duldt geen veroordeling, als men hem richt.
34 Blijf op Jahweh vertrouwen, En bewandel zijn wegen; Dan stelt Hij u in het bezit van het Land, En zult gij de verdelging der zondaars aanschouwen.
35 Ik heb een zondaar gezien in zijn vermetele trots, Hoog als een Libanon-ceder;
36 Ik ging voorbij: zie, hij was er niet meer; Ik zocht hem, hij was niet te vinden.
37 Geef acht op den vrome en let op den brave: Het kroost van dien man leeft in vrede;
38 Maar de zondaars gaan allen te gronde, De kinderen der bozen worden vernietigd.
39 Jahweh is het heil van de vromen, Hun toevlucht in tijden van nood;
40 Jahweh helpt en beschermt hen tegen de bozen, Hij redt hen, als ze vluchten tot Hem!
Psalmen 37 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939