Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 37:10-25 in Dutch

Help us?

Psalmen 37:10-25 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

10 Een ogenblik maar: en de zondaar is er niet meer; Gij zoekt naar zijn plaats: hij is weg.
11 Maar de rechtschapenen bezitten het Land, En genieten een heerlijke vrede.
12 De zondaar belaagt den rechtvaardige, En knarst tegen hem op zijn tanden;
13 Maar de Heer lacht hem uit, Want Hij ziet zijn Dag al nabij.
14 De bozen trekken hun zwaard en spannen hun boog, Om ongelukkigen en armen te doden, en vromen te slachten;
15 Maar het zwaard dringt in hun eigen hart, En hun bogen worden gebroken.
16 Beter het weinige, dat de rechtvaardige heeft, Dan de geweldige rijkdom der bozen;
17 Want de arm der bozen wordt gebroken, Maar voor de rechtvaardigen is Jahweh een stut.
18 Jahweh zorgt voor de dagen der vromen, En hun erfdeel blijft eeuwig bijeen;
19 Ze staan niet verlegen in tijden van rampspoed, Maar worden verzadigd bij hongersnood.
20 Maar de goddelozen gaan zeker te gronde, En hun kinderen bedelen om brood; Jahweh’s vijanden vergaan als de glorie der velden, En verdwijnen als rook.
21 De boze moet lenen, en kan niet betalen, De gerechte kan mild zijn en geven;
22 Want wien Hij zegent, bezit het Land, Maar wien Hij vervloekt, wordt vernietigd.
23 Jahweh leidt de schreden der mensen, Hij richt overeind, wiens gedrag Hem behaagt;
24 En mocht hij al wankelen, toch zal hij niet vallen, Want Jahweh houdt hem bij de hand.
25 Ik was jong, en nu ben ik oud: Maar nooit heb ik een vrome verlaten gezien;
Psalmen 37 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939