Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 35:3-16 in Dutch

Help us?

Psalmen 35:3-16 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

3 Trek speer en strijdbijl tegen mijn vervolgers, Zeg tot mijn ziel: “Uw redding ben Ik!”
4 Laat smaad en schande hen treffen, die mijn leven belagen, Vol schaamte vluchten, die boze plannen tegen mij smeden.
5 Ze mogen worden als kaf voor de wind, Wanneer de Engel van Jahweh ze opjaagt;
6 Hun weg zij donker en glad, Wanneer de Engel van Jahweh ze nazet.
7 Want zonder reden hebben ze mij hun netten gespannen, Zonder aanleiding een kuil mij gegraven.
8 Moge hem de ondergang treffen, Eer hij het weet; Laat het net, dat hij spande, hem vangen, Laat hem vallen in zijn eigen kuil!
9 Dan zal mijn ziel in Jahweh juichen, Zich over mijn redding verheugen;
10 En heel mijn gebeente zal zeggen: “Jahweh, wie is U gelijk? Gij beschermt den zwakke tegen den sterke, Den zwakke en arme tegen zijn berovers!”
11 Ze staan tegen mij op Als valse getuigen; En wat ik mij niet ben bewust, Brengen ze tegen mij in.
12 Goed met kwaad vergelden ze mij, En leggen het op mijn leven aan.
13 En toch, toen zìj ziek lagen, Trok ik het boetekleed aan, Putte mij door vasten uit, En het gebed was niet weg uit mijn hart;
14 Ik liep rond, als gold het mijn broer of mijn vriend, Onder droefheid gebukt, als in rouw voor mijn moeder.
15 Maar nu ik zelf dreig te vallen, worden ze vrolijk, Lopen te hoop en scholen tegen mij samen; Als vreemden, die ik niet ken, Gaan ze tegen mij schelden,
16 Honen mij met bittere spot, En knarsetanden tegen mij.
Psalmen 35 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939