Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 35:17-27 in Dutch

Help us?

Psalmen 35:17-27 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

17 Hoe lang nog, o Heer, Zult Gij dit aanzien? Verlos mij toch van hun brullen, Het enige, dat mij nog rest, uit de macht van de leeuwen!
18 Dan zal ik U loven in de grote gemeente, Voor een talloze schare U prijzen.
19 Laat toch mijn valse vijand niet om mij lachen, Geen knipoogjes geven, die mij onverdiend haten.
20 Want nooit spreken ze woorden van vrede, Doch verzinnen maar leugens tegen het vreedzame volk;
21 Ze zetten een grote mond tegen mij op, En zeggen: Ha, ha! We hebben het met eigen ogen gezien!
22 Jahweh! Gìj hebt het gezien; blijf niet zwijgen! Heer; houd U niet verre van mij!
23 Ontwaak en sta op, om mij recht te verschaffen, Om mij te verdedigen, mijn God en mijn Heer.
24 Schaf mij recht naar uw gerechtigheid, Jahweh, mijn God; Laat ze niet over mij juichen.
25 Laat ze niet denken: “Ha, nu zijn wij tevreden!” Niet zeggen: “We hebben hem onder de voet!”
26 Neen, laat ze allen blozen van schaamte, Die zich vrolijk maken over mijn ongeluk; Met smaad en schande worden bedekt, Die een hoge toon tegen mij aanslaan.
27 Maar mogen juichen en jubelen Die van mijn goed recht zijn doordrongen; Zonder ophouden zeggen: “Jahweh is groot, Die enkel het heil van zijn dienaar beoogt!”
Psalmen 35 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939