7 Wees niet de zonden mijner jeugd en mijn fouten indachtig, Maar blijf mij gedenken naar uw genade.
8 Jahweh is goed en minzaam: Daarom wijst Hij de zondaars terecht.
9 De nederigen houdt Hij in het rechte spoor, Den eenvoudige toont Hij zijn pad;
10 Alle wegen van Jahweh zijn goedheid en trouw, Voor wie zijn Verbond en zijn Wet onderhoudt.
11 O Jahweh, om wille van uw Naam, Vergeef mij mijn schuld, hoe groot zij ook is.