Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 18:1-22 in Dutch

Help us?

Psalmen 18:1-22 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

1 Voor muziekbegeleiding. Van den Dienaar van Jahweh; van David, die tot Jahweh de woorden van dit lied heeft gericht, toen Jahweh hem had verlost uit de hand van al zijn vijanden en ook uit de hand van Saul. En hij sprak: Ik heb U lief, o Jahweh, mijn kracht;
2 Jahweh, mijn toevlucht, mijn burcht en mijn veste; Mijn God, mijn rots, waarop ik kan schuilen, Mijn schild, de hoorn van mijn heil, en mijn schutse.
3 Ik roep: Geprezen zij Jahweh! En ben van mijn vijand verlost.
4 De branding van de dood had mij al gegrepen, De golven der onderwereld sloegen over mij heen;
5 De strikken van het dodenrijk hielden mij vast, De klemmen van de dood lagen voor mij gereed:
6 Maar ik riep tot Jahweh in mijn nood, En schreide om hulp tot mijn God. En Hij hoorde mijn stem in zijn vorstelijke woning, Mijn hulpgeroep drong door tot zijn oren:
7 Daar schudde en beefde de aarde, Rilden en dreunden de fundamenten der bergen; Want Hij was in woede ontstoken,
8 Rook steeg op uit zijn neus, Verslindend vuur spoot uit zijn mond, En gloeiende kolen spatten er uit.
9 Hij boog de hemel, en daalde neer, Grauwe wolken onder zijn voeten;
10 Hij besteeg den Cherub en vloog in het rond, Zwevend op de windewieken.
11 Hij sloeg de duisternis als een dek om Zich heen, Donkere nevels, dreigende wolken waren zijn tent;
12 En door de gloed, die voor Hem uitging, Braakten zijn wolken hagel en vurige kolen.
13 En in de hemel donderde Jahweh, Verhief de Allerhoogste zijn stem;
14 Hij schoot zijn pijlen en strooide ze rond, Slingerde zijn bliksems, en joeg ze uiteen.
15 Open lag de bedding der zee, Het fundament van de aarde kwam bloot: Door uw dreigen, o Jahweh, Door het snuivend gebries van uw neus.
16 Van boven boog Hij Zich neer, greep mij vast, En trok mij weg uit de onstuimige wateren;
17 Hij verloste mij van mijn grimmigen vijand En van mijn haters, want ze waren te machtig.
18 Ze waren uitgetrokken op de dag van mijn rampspoed, Maar Jahweh was mijn beschermer;
19 Hij beveiligde mij, En bracht mij redding, omdat Hij mij liefhad.
20 Toen werd mijn gerechtigheid door Jahweh beloond, Mijn reinheid van handen vergolden:
21 Want ik had de wegen van Jahweh bewandeld, Niet gezondigd tegen mijn God;
22 Ik had al zijn geboden voor ogen gehouden, Niet zijn wetten ontweken;
Psalmen 18 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939