13 Die de Rode Zee in tweeën kliefde: Zijn genade duurt eeuwig!
14 Israël erdoor deed gaan: Zijn genade duurt eeuwig!
15 Maar Farao in de Rode Zee heeft gestort met zijn heir: Zijn genade duurt eeuwig!
16 Die zijn volk door de woestijn heeft geleid: Zijn genade duurt eeuwig!
17 Machtige vorsten versloeg: Zijn genade duurt eeuwig!