Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 119:56-82 in Dutch

Help us?

Psalmen 119:56-82 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

56 Want dit is mijn plicht: Dat ik uw bevelen volbreng.
57 Gij zijt mijn erfdeel, o Jahweh: Ik heb beloofd, uw woord te volbrengen;
58 Van ganser harte zoek ik uw aanschijn, Wees mij genadig naar uw bestel.
59 Ik overleg bij mijzelf, welke weg ik moet gaan, En naar uw vermaningen richt ik mijn schreden;
60 Ik haast mij, zonder ooit te talmen, Om uw geboden te onderhouden;
61 En al houden mij de strikken der bozen gevangen, Nooit vergeet ik uw wet;
62 Midden in de nacht sta ik op, Om U voor uw rechtvaardige voorschriften te danken.
63 Ik ben de vriend van al, die U vreest, En die uw bevelen volbrengt;
64 De aarde is vol van uw goedheid, o Jahweh, Leer mij maar uw inzettingen kennen.
65 Gij hebt uw dienstknecht wèl gedaan, O Jahweh, naar uw woord;
66 Schenk mij een helder oordeel en inzicht, Want ik heb vertrouwen in uw geboden.
67 Eer ik vernederd werd, dwaalde ik af, Maar nu houd ik mij aan uw bestel;
68 Gij zijt goed en doet wèl: Leer mij dan uw inzettingen kennen.
69 Onbeschaamden belasteren mij, Want van ganser harte neem ik uw bevelen in acht;
70 Lomp als vet is hun hart, Maar ìk vind mijn vreugd in uw wet;
71 En het was mij goed, te worden vernederd, Om uw vermaningen te leren verstaan;
72 Want de voorschriften van uw mond schat ik hoger, Dan duizenden in goud en zilver!
73 Uw handen hebben mij gemaakt en gevormd, Geef mij ook inzicht, om uw geboden te kennen;
74 Dan zien, die U vrezen, met vreugd op mij neer, Omdat ik vertrouw op uw woord.
75 Ik weet, dat uw oordeel rechtvaardig is, Jahweh, En dat Gij mij naar verdienste kastijdt;
76 Maar uw genade zij mij tot troost, Naar uw bestel voor uw knecht;
77 Uw ontferming dale op mij neer, en doe mij herleven, Want uw wet is mij een verkwikking.
78 Schande voor de trotsen, die onverdiend mij verdrukken, Daar ik uw bevelen bedenk;
79 Maar mijn vrienden mogen zijn, die U vrezen, En die uw vermaningen kennen;
80 Door uw inzettingen worde mijn hart zonder smet, Zodat ik niet beschaamd hoef te staan.
81 Mijn ziel smacht naar uw heil, Ik vertrouw op uw woord;
82 Mijn ogen hunkeren naar uw bestel, En vragen: Wanneer brengt Gij mij troost?
Psalmen 119 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939