Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 119:38-65 in Dutch

Help us?

Psalmen 119:38-65 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

38 Doe uw bestel aan uw dienstknecht gestand, Dat Gij beschikt hebt voor hen, die U vrezen;
39 Wentel de smaad, die ik ducht, van mij weg, Want uw voorschriften blijven voortreffelijk.
40 Zie, ik hunker naar uw bevelen, Laat mij door uw gerechtigheid leven!
41 Moge uw genade mijn deel zijn, o Jahweh, En uw heil naar uw bestel;
42 Dan zal ik mijn lasteraars te woord kunnen staan, Want ik vertrouw op uw woord;
43 Neem het woord der waarheid niet geheel uit mijn mond, Want ik wacht uw voorschriften af.
44 Uw wet wil ik steeds onderhouden, Voor eeuwig en immer;
45 Dan zal ik ongestoord kunnen leven, Omdat ik naar uw bevelen vraag.
46 Zelfs koningen zal ik van uw vermaningen spreken, En mij er nooit over schamen;
47 Ik zal mij aan uw geboden verkwikken, Die ik van harte bemin;
48 Tot U zal ik mijn handen verheffen, En uw inzettingen overwegen.
49 Gedenk het woord, tot uw dienstknecht gesproken, En waarop Gij mijn hoop hebt gesteld;
50 Dit is mijn troost in mijn ellende, Dat uw bestel mij het leven behoudt.
51 Al bespotten de bozen mij nog zo vijandig, Toch wijk ik niet af van uw wet;
52 Ik blijf uw aloude voorschriften indachtig, En voel mij er door getroost, o Jahweh;
53 Maar gramschap maakt zich van mij meester, Om de zondaars, die uw geboden verlaten.
54 Uw inzettingen ruisen als zangen mij tegen In het huis van mijn ballingschap;
55 Des nachts, o Jahweh, gedenk ik uw Naam, En volg uw vermaningen op;
56 Want dit is mijn plicht: Dat ik uw bevelen volbreng.
57 Gij zijt mijn erfdeel, o Jahweh: Ik heb beloofd, uw woord te volbrengen;
58 Van ganser harte zoek ik uw aanschijn, Wees mij genadig naar uw bestel.
59 Ik overleg bij mijzelf, welke weg ik moet gaan, En naar uw vermaningen richt ik mijn schreden;
60 Ik haast mij, zonder ooit te talmen, Om uw geboden te onderhouden;
61 En al houden mij de strikken der bozen gevangen, Nooit vergeet ik uw wet;
62 Midden in de nacht sta ik op, Om U voor uw rechtvaardige voorschriften te danken.
63 Ik ben de vriend van al, die U vreest, En die uw bevelen volbrengt;
64 De aarde is vol van uw goedheid, o Jahweh, Leer mij maar uw inzettingen kennen.
65 Gij hebt uw dienstknecht wèl gedaan, O Jahweh, naar uw woord;
Psalmen 119 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939