172 En mijn tong zal uw waarachtigheid loven, Want al uw vermaningen zijn gerecht.
173 Uw hand zij bereid, mij te helpen, Want uw bevelen heb ik verkoren;
174 Jahweh, ik smacht naar uw heil, En uw wet is mij een verkwikking.
175 Mijn ziel moge leven, om U te loven, En uw voorschriften mogen mij helpen;
176 Als een verloren schaap dool ik rond: zoek uw dienaar weer op, Want nimmer heb ik uw geboden vergeten!