Text copied!
Bibles in Dutch

Psalmen 119:103-120 in Dutch

Help us?

Psalmen 119:103-120 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

103 Hoe zoet voor mijn gehemelte is uw bestel, Meer dan honing voor mijn mond;
104 Door uw inzettingen ben ik verstandig geworden, En haat dus ieder leugenpad.
105 Uw woord is een lamp voor mijn voeten, En een licht op mijn pad;
106 Ik heb gezworen, en zal het gestand doen, Uw rechtvaardige voorschriften te onderhouden.
107 Ach, Jahweh, ik ga zo diep gebukt, Wek mij ten leven naar uw bestel;
108 Wil de offeranden van mijn mond aanvaarden, o Jahweh, En onderricht mij in uw geboden.
109 Al zweeft mijn leven in voortdurend gevaar, Toch vergeet ik nimmer uw wet;
110 En al leggen de bozen mij strikken, Van al uw bevelen wijk ik niet af.
111 Uw vermaningen blijven mijn erfdeel voor eeuwig, Want ze zijn de vreugd van mijn hart;
112 En ik heb er mijn hart op gezet, Naar uw inzettingen te leven voor eeuwig en immer!
113 Ik haat halfslachtige wezens, Maar uw wet heb ik lief;
114 Gij zijt mijn schuts en mijn schild, Ik vertrouw op uw woord;
115 Weg van mij, zondaars, Laat mij de geboden van mijn God onderhouden!
116 Sterk mij naar uw bestel, opdat ik blijf leven, En laat mijn hoop niet worden beschaamd;
117 Stut mij, opdat ik worde gered, En mij altijd aan uw bevelen verkwikke.
118 Wie uw inzettingen verlaten, zijn U een gruwel, Want ze bedenken enkel leugens;
119 En als afval veracht Gij alle bozen op aarde, Daarom heb ik uw vermaningen lief.
120 Mijn lichaam beeft voor U van schrik, En ik ben bevreesd voor uw oordeel!
Psalmen 119 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939