Text copied!
Bibles in Dutch

Lucas 12:18-49 in Dutch

Help us?

Lucas 12:18-49 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

18 En hij zeide: Dit zal ik doen. Ik zal mijn schuren afbreken en grotere bouwen, en daar al mijn graan en goed verzamelen.
19 Dan zal ik tot mijn ziel zeggen: Ziel, ge hebt veel goederen liggen, voor vele jaren; neem uw gemak, eet, drink, maak goede sier.
20 Maar God sprak tot hem: Dwaas, deze nacht eist men uw ziel van u op; en wat ge verworven hebt, naar wien zal het heengaan?
21 Zó gaat het hem, die schatten voor zichzelf belegt, maar die niet rijk is voor God.
22 En Hij sprak tot zijn leerlingen: Daarom zeg Ik u: Weest niet bezorgd voor uw leven, wat gij zult eten, noch voor het lichaam, waarmee gij u zult kleden.
23 Want het leven is meer dan het voedsel, en het lichaam is meer dan de kleding.
24 Ziet de raven; ze zaaien noch oogsten, hebben geen kelder of schuur; en toch, God onderhoudt ze. Hoeveel meer zijt gij waard dan de vogels.
25 En wie van u kan door zijn tobben een el toevoegen aan zijn levensweg?
26 Als gij dus het minste zelfs niet kunt, wat tobt gij dan over de rest?
27 Denkt aan de lelies, hoe ze groeien: ze werken niet en spinnen niet. En toch zeg Ik u, dat zelfs Sálomon in al zijn heerlijkheid niet gekleed was als een van deze.
28 Als God nu het kruid op het veld, dat vandaag nog bestaat, en morgen in de oven wordt geworpen, zó aankleedt, hoeveel te meer dan u, kleingelovigen!
29 Vraagt ook gij dus niet, wat gij zult eten of drinken, en maakt u niet angstig.
30 Hiernaar vragen de heidenvolken wel; maar uw Vader weet, dat gij dit allemaal nodig hebt.
31 Zoekt slechts zijn rijk, en dit alles zal u worden geschonken als toegift.
32 Wees niet bezorgd, kleine kudde; want het heeft uw Vader behaagd, u het koninkrijk te geven.
33 Verkoopt uw bezittingen, en geeft er aalmoezen van. Maakt u beurzen die niet slijten, een onuitputtelijke schat in de hemel, waar geen dief kan bij komen, en waar geen mot hem wegvreet.
34 Want waar uw schat is, daar is ook uw hart.
35 Houdt uw lenden omgord, en brandend uw lampen.
36 Weest als mensen, die wachten op hun heer, wanneer hij van de bruiloft komt, om als hij komt en klopt, terstond hem open te doen.
37 Gelukkig de knechten, die de heer bij zijn komst wakker zal vinden. Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal zich omgorden, hen aan tafel doen aanzitten, en hen de rij langs bedienen.
38 En wanneer hij hen zó aantreft, zelfs als hij in de tweede nachtwaak of in de derde komt, gelukkig zijn ze!
39 Gij weet het: als de huisvader wist, op welk uur de dief zou komen, dan zou hij wakker blijven, en niet laten inbreken in zijn huis.
40 Weest ook gij bereid; want de Mensenzoon komt op een onverwacht uur.
41 Petrus zei Hem: Heer, zegt Gij deze gelijkenis voor ons, of voor allen?
42 De Heer sprak: Wie is toch de trouwe en voorzichtige hofmeester, dien de heer over zijn ondergeschikten zal stellen, om hun op tijd de maat koren te geven?
43 Gelukkig de dienaar, dien de heer bij zijn komst daarmee bezig vindt.
44 Voorwaar, Ik zeg u: Hij zal hem stellen over al zijn bezit.
45 Maar als die dienaar bij zichzelf gaat denken: “Mijn heer komt nog lang niet”; als hij de knechten en dienstmeisjes begint te slaan, en gaat eten en drinken, en zich aan dronkenschap overgeeft.
46 dan zal de heer van dien dienaar komen op een dag, waarop hij het niet verwacht, en op een uur, dat hij niet kent. En hij zal hem streng bestraffen, en hem het lot der trouwelozen doen delen.
47 De dienaar toch, die de wil van zijn meester kent, maar die zich niet volgens zijn wil heeft voorbereid of gehandeld, hij zal veel slaag krijgen;
48 zo hij hem echter niet kent, en dingen doet, die slaag verdienen, zal hij slechts weinig slaag krijgen. Wien veel is gegeven, hem zal veel worden gevraagd; en wien veel is toevertrouwd. van hem zal des te meer worden geëist.
49 Ik ben gekomen, om vuur op de aarde te brengen; en hoe wens Ik, dat het reeds brandt.
Lucas 12 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939