Text copied!
Bibles in Dutch

Leviticus 14:42-57 in Dutch

Help us?

Leviticus 14:42-57 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

42 Daarna moet men andere stenen nemen en ze in de plaats van die stenen zetten, en andere leem, om daarmee het huis te bestrijken.
43 Wanneer na het wegbreken der stenen en het afkrabben en het bepleisteren van het huis de ziekte opnieuw in het huis uitbreekt,
44 dan moet de priester nog eens komen. Bemerkt hij nu, dat de ziekte zich verder in het huis heeft verspreid, dan is er kwaadaardige melaatsheid in het huis; het is onrein.
45 Men moet het huis afbreken, en de stenen, de balken en al het leemwerk van het huis buiten de stad naar een onreine plaats brengen.
46 Wie het huis binnengaat al de tijd, dat men het gesloten heeft, is tot de avond onrein,
47 en wie in het huis slaapt, of er in eet, moet zijn kleren wassen.
48 Maar wanneer de priester bij zijn komst bemerkt, dat de ziekte, nadat men het huis opnieuw heeft bepleisterd, zich niet verder daarin heeft verspreid, dan moet de priester het huis rein verklaren; want dan is de ziekte genezen.
49 Om de smet van het huis weg te nemen, moet hij twee vogels nemen, met cederhout, karmozijn en hysop.
50 Een der vogels moet hij boven een aarden vat met levend water slachten.
51 Vervolgens moet hij het cederhout nemen, de hysop met het karmozijn en de levende vogel, ze in het bloed van de geslachte vogel en in het levende water dompelen, en er zeven maal het huis mee besprenkelen.
52 Zo moet hij de smet van het huis wegnemen door het bloed van de vogel, door het levend water, door de levende vogel, door het cederhout, de hysop en het karmozijn.
53 De levende vogel moet hij buiten de stad in het vrije veld loslaten. Zo zal hij voor het huis de verzoeningsplechtigheid verrichten, en wordt het weer rein.
54 Dit is de wet op alle soorten van melaatsheid en kwaadaardige uitslag,
55 op de melaatsheid in kleren en huizen,
56 op roof, uitslag en witte vlekken;
57 ze dient om te leren, wanneer iets onrein is of rein. Dit is de wet op de melaatsheid.
Leviticus 14 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939