Text copied!
Bibles in Dutch

Leviticus 13:39-44 in Dutch

Help us?

Leviticus 13:39-44 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

39 dan moet de priester ze onderzoeken. Zijn die vlekken op hun huid dofwit, dan is het slechts een goedaardige uitslag, die op de huid is uitgebroken; ze zijn rein.
40 Wanneer iemand de haren op zijn hoofd verliest, dan is hij alleen maar een kaalhoofd; hij is rein.
41 Verliest hij zijn haren van voren, dan heeft hij alleen maar een kaal voorhoofd; hij is rein.
42 Maar zo hij op zijn kaal voor(-) of achterhoofd een vaalrode plek heeft, dan is dat melaatsheid, die op zijn kaal voor(-) of achterhoofd is uitgebroken.
43 De priester moet hem onderzoeken. Is de roof van die plek op zijn kaal voor(-) of achterhoofd lichtrood, en ziet ze er uit als de melaatsheid van de huid,
44 dan is hij melaats; hij is onrein. De priester moet hem onrein verklaren; hij heeft melaatsheid op zijn hoofd.
Leviticus 13 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939