Text copied!
Bibles in Dutch

Jozua 13:13-25 in Dutch

Help us?

Jozua 13:13-25 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

13 De Israëlieten hebben echter de Gesjoerieten en Maäkatieten niet kunnen verdrijven, zodat Gesjoer en Maäkat midden in Israël zijn blijven wonen tot op de huidige dag.
14 Alleen aan de stam Levi heeft hij geen erfdeel gegeven; Jahweh, Israëls God, moest zijn erfdeel zijn, zoals Jahweh het hem had bevolen.
15 Aan de families van de stam der Rubenieten had Moses haar deel toegewezen.
16 Zij kregen het gebied van Aroër af, aan de oever van de Arnon, met de stad halverwege die beek, en de gehele vlakte tot Chesjbon,
17 met al zijn steden op die vlakte: Dibon, Bamot-Báal, en Bet-Báal-Meon,
18 Jáhas, Kedemot en Mefáat,
19 Kirjatáim, Sibma en Séret-Hassjáchar op het gebergte der vallei,
20 Bet-Peor met de hellingen van de Pisga en Bet-Hajjesjimot;
21 vervolgens alle steden der vlakte met het hele rijk van den Amorietenkoning Sichon, die in Chesjbon regeerde, en dien Moses verslagen had met de midjanietische vorsten: Ewi, Rékem, Soer, Choer en Réba, welke als Sichons vazallen dit land bewoonden,
22 en tegelijk met den waarzegger Balaäm, den zoon van Beor, door de Israëlieten met het zwaard waren gedood.
23 De grens van Ruben was de Jordaanstreek. Dit is het erfdeel van de families der Rubenieten: de steden met de bijbehorende dorpen.
24 Ook aan de families van de stam der Gadieten had Moses haar deel toegewezen.
25 Zij kregen het gebied van Jazer, met alle steden van Gilad, en het halve land der Ammonieten tot aan Aroër tegenover Rabba;
Jozua 13 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939