Text copied!
Bibles in Dutch

Johannes 4:4-18 in Dutch

Help us?

Johannes 4:4-18 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

4 En daar Hij door Samaria moest reizen,
5 kwam Hij zo in een stad van Samaria, Sikar geheten, nabij het veld, dat Jakob aan zijn zoon Josef geschonken had.
6 Daar bevond zich ook de bron van Jakob. Jesus, vermoeid van de reis, zette Zich neer bij de bron. Het liep tegen het zesde uur.
7 Een vrouw uit Samaria kwam water putten. Jesus zeide haar: Geef Mij te drinken.
8 Want zijn leerlingen waren naar de stad gegaan, om levensmiddelen te kopen.
9 De samaritaanse vrouw zei Hem: Hoe, Gij, een Jood, vraagt te drinken aan mij, een samaritaanse vrouw? (Joden namelijk hebben geen omgang met Samaritanen.)
10 Jesus gaf haar ten antwoord: Zo ge de gave Gods verstondt, en wie het is, die u zegt: “Geef Mij te drinken”, dan zoudt gij het Hem hebben gevraagd, en Hij zou u levend water hebben gegeven.
11 Ze zei Hem: Heer, Gij hebt niet eens een emmer, en de put is diep; waar haalt Gij dan het levend water vandaan?
12 Zijt Gij soms groter dan onze vader Jakob, die ons de put heeft geschonken, en die er zelf uit dronk met zijn zonen en zijn vee?
13 Jesus antwoordde haar: Wie van dit water drinkt, krijgt weer dorst. Maar wie drinkt van het water, dat Ik hem zal geven, zal in eeuwigheid geen dorst meer krijgen;
14 integendeel, het water, dat Ik hem zal geven, zal een bron in hem worden van water, dat opborrelt ten eeuwigen leven.
15 De vrouw zeide Hem: Heer, geef me dat water, opdat ik geen dorst meer krijg, en niet meer hier hoef komen putten.
16 Hij sprak tot haar: Ga uw man roepen, en kom hier terug.
17 De vrouw antwoordde: Ik heb geen man. Jesus zeide haar: Dat zegt ge wèl: “Ik heb geen man”.
18 Want vijf mannen hebt ge gehad, en dien ge nu hebt, is niet uw man; dat hebt ge naar waarheid gezegd.
Johannes 4 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939