14integendeel, het water, dat Ik hem zal geven, zal een bron in hem worden van water, dat opborrelt ten eeuwigen leven.
15De vrouw zeide Hem: Heer, geef me dat water, opdat ik geen dorst meer krijg, en niet meer hier hoef komen putten.
16Hij sprak tot haar: Ga uw man roepen, en kom hier terug.
17De vrouw antwoordde: Ik heb geen man. Jesus zeide haar: Dat zegt ge wèl: “Ik heb geen man”.
18Want vijf mannen hebt ge gehad, en dien ge nu hebt, is niet uw man; dat hebt ge naar waarheid gezegd.