Text copied!
Bibles in Dutch

Hooglied 5:4-14 in Dutch

Help us?

Hooglied 5:4-14 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

4 Maar mijn beminde stak reeds zijn hand Door de kier van de deur;
5 Ik stond op, om mijn beminde open te doen: Daar dropen mijn handen van mirre, Van vloeiende mirre mijn vingers Op de knop van de grendel.
6 Ik deed open voor mijn beminde…Maar mijn beminde was heen, was verdwenen…Ik zocht naar hem, ik vond hem niet, Ik riep, hij gaf mij geen antwoord. Ik verloor mijn bezinning, toen hij zo sprak En het stormde in mijn hart.
7 Weer troffen mij de wachters der stad bij hun rondgang, Ze sloegen mij en wondden mij; Mijn mantel namen ze mij af, De wachters der muren.
8 Ik bezweer u, Jerusalems dochters, Als gij mijn beminde vindt, Wat zult gij hem melden: Ach, dat ik krank ben van liefde!
9 Wat is uw beminde dan meer dan een ander, Schoonste der vrouwen; Wat is uw beminde dan meer dan een ander, Dat ge zó ons bezweert?
10 Mijn beminde is glanzend en blozend. Steekt boven tienduizenden uit;
11 Zijn hoofd het allerfijnste goud, Zijn lokken palmtakken, zwart als een raaf.
12 Zijn ogen als duiven Aan de waterbeken, Die zich baden in melk Aan de volle vijver gezeten.
13 Zijn wangen zijn als balsembedden, Waar geurige kruiden op groeien; Zijn lippen zijn lelies, En druipen van vloeiende mirre.
14 Zijn armen zijn gouden cilinders, Met Tarsjisjstenen bezet; Zijn lijf een kolom van ivoor, Met saffieren bedekt.
Hooglied 5 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939