Text copied!
Bibles in Dutch

Hooglied 2:9-16 in Dutch

Help us?

Hooglied 2:9-16 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

9 Mijn beminde gelijkt een gazel, Of het jong van een hert. Zie, daar staat hij reeds Achter onze muur. Hij staart door het venster, En blikt door de tralies;
10 Mijn beminde heft aan, En spreekt tot mij! Sta op, mijn geliefde, Mijn schone, kom mede!
11 Want zie, de winter is voorbij, De regen is voorgoed verdwenen.
12 De bloemen prijken op het land, Men hoort de duiven al kirren;
13 De vijg kleurt reeds zijn jonge vrucht, De wingerds bloeien en geuren. Sta op, mijn geliefde, Mijn schone, kom mede;
14 Mijn duifje in de spleten der rotsen, In de holen der klippen! Laat mij zien uw gelaat, Laat mij horen uw stem; Want uw stem is zo zoet, Uw gelaat is zo lief.
15 Vangt ons de jakhalzen De kleine vossen, Die de tuinen vernielen, Ofschoon onze wijngaard al bloeit.
16 Want mijn beminde is mijn, en ik van hem: Hij is het, die in de leliƫn weidt,
Hooglied 2 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939