Text copied!
Bibles in Dutch

Handelingen 27:18-31 in Dutch

Help us?

Handelingen 27:18-31 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

18 Geweldig bleef de storm ons beuken. De volgende dag wierp men de lading in zee,
19 en de derde dag uit eigen beweging ook het scheepstuig overboord.
20 Meerdere dagen was er zon noch sterren te zien; en zo hevig woedde de storm, dat ons alle hoop op redding ontzonk.
21 Toen men reeds lang niet meer had gegeten, ging Paulus in hun midden staan, en sprak: Mannen, men had naar mij moeten luisteren, en niet van Kreta moeten vertrekken, en dit gevaar en deze schade moeten voorkomen.
22 Maar nu raad ik u aan, goede moed te houden; niemand van u zal het leven verliezen, alleen het schip gaat verloren.
23 Want deze nacht verscheen mij een engel van den God, wien ik toebehoor en dien ik aanbid,
24 en hij sprak tot mij: “Vrees niet, Paulus; ge moet voor Caesar verschijnen; daarom behoudt God om u allen, die met u op het schip zijn”.
25 Mannen, houdt dus goede moed; want dit vertrouwen heb ik op God, dat het gebeuren zal, zoals mij gezegd is.
26 Maar we moeten schipbreuk lijden, ergens op een eiland.
27 In de veertiende nacht, dat we rondzwalkten in de Adriatische Zee, meende het scheepsvolk tegen middernacht te bespeuren, dat men land begon te naderen.
28 Ze wierpen het dieplood uit, en peilden twintig vademen; wat verder wierpen ze het opnieuw, en peilden er vijftien.
29 Uit vrees, dat we ergens op klippen zouden stoten, wierpen ze van de achtersteven vier ankers uit, en wachtten in spanning de dageraad af.
30 Maar toen het scheepsvolk van het schip wilde vluchten, en de sloep in zee liet onder voorwendsel, ook van de voorsteven ankers te willen uitbrengen,
31 zei Paulus tot den honderdman en tot de soldaten: Als zij niet op het schip blijven, dan is er voor u geen redding.
Handelingen 27 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939