Text copied!
Bibles in Dutch

Handelingen 13:27-51 in Dutch

Help us?

Handelingen 13:27-51 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939

27 Zeker, de bewoners van Jerusalem en hun hoofden hebben Hem miskend; en door hun vonnis hebben ze in vervulling doen gaan, wat de profeten hebben voorspeld, en wat iedere sabbat wordt voorgelezen.
28 Ofschoon ze niets hadden gevonden wat de doodstraf verdiende, hebben ze toch Pilatus gevraagd, Hem te doden;
29 en toen ze alles hadden voltrokken, wat over Hem geschreven staat, heeft men Hem van het kruis genomen en neergelegd in een graf.
30 Maar God heeft Hem opgewekt uit de doden. En dagen lang is Hij verschenen aan hen,
31 die met Hem van Galilea naar Jerusalem waren gegaan, en die nu zijn getuigen zijn bij het volk.
32 En wij. wij verkondigen u de Belofte. aan onze vaderen gedaan.
33 Want God heeft ze voor ons, hun kinderen vervuld door Jesus te verwekken. zoals dat ook in de tweede Psalm staat geschreven “Gij zijt mijn Zoon; Ik heb U heden verwekt.”
34 En dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, en Hij niet meer tot bederf terugkeren zou, heeft Hij aldus verklaard “Ik zal u de heilige gunsten schenken, aan David verzekerd.”
35 Daarom juist zegt Hij ook op een andere plaats “Gij laat uw Heilige het bederf niet aanschouwen.”
36 Welnu, David is ontslapen, na bij zijn leven Gods wil te hebben volbracht; hij is bij zijn vaderen verzameld, en heeft het bederf gezien.
37 Maar Hij, dien God deed verrijzen. heeft geen bederf gezien.
38 Weet dus, mannen broeders, dat door Hem u vergiffenis van zonden wordt aangekondigd; en dat van alles, waarvan gij door de Wet van Moses niet gerechtvaardigd kondt worden,
39 een ieder, die gelooft, gerechtvaardigd wordt door Hem.
40 Zorgt er dus voor, dat u niet overkomt, wat geschreven staat bij de profeten
41 “Hooghartigen, ziet toe, staat verbaasd en verdwijnt; Want Ik ga een werk in uw dagen verrichten: Een werk, dat gij niet zoudt geloven, Wanneer men het u vertelt.”
42 Toen ze weggingen, verzocht men hun, om de volgende sabbat hetzelfde onderwerp met hen te behandelen.
43 En bij het uitgaan van de synagoge gingen vele Joden en godvrezende proselieten met Paulus en Bárnabas mee. Dezen onderhielden zich met hen, en vermaanden ze, om in de genade Gods te volharden.
44 De volgende sabbat kwam bijna de hele stad te zamen, om het woord Gods te horen.
45 Maar toen de Joden die scharen zagen, werden ze van afgunst vervuld, en bestreden de woorden van Paulus met schelden.
46 Toen verklaarden Paulus en Bárnabas met grote beslistheid: Aan u moest het eerst Gods woord worden verkondigd; maar nu ge het verwerpt, en uzelf het eeuwige leven niet waardig oordeelt, zie. nu wenden we ons tot de heidenen.
47 Want zó heeft de Heer ons bevolen “Ik heb u gesteld tot een licht voor de heidenen, Opdat gij tot heil wordt tot aan de grenzen der aarde.”
48 Toen de heidenen dit hoorden, verheugden ze zich, en prezen het woord des Heren; en allen die voorbeschikt waren ten eeuwigen leven, werden gelovig.
49 En het woord des Heren verbreidde zich door heel die streek.
50 Maar de Joden ruiden de aanzienlijke vrouwen der godvrezenden en de voornaamste burgers der stad op; ze verwekten een vervolging tegen Paulus en Bárnabas, en verdreven ze uit hun gebied.
51 Dezen schudden het stof van hun voeten tegen hen af, en gingen naar Ikónium.
Handelingen 13 in De Heilige Schrift, Petrus Canisiusvertaling, 1939